Europa drijft de verbrandingsmotor slechts gedeeltelijk naar de uithoek

Binnen de Europese wijk bewoog er de afgelopen week heel wat op vlak van wegtransport. Terwijl het Europees Parlement finaal besliste om enkel nog nieuwe emissievrije wagens toe te laten op onze wegen vanaf 2035, kwam de Europese Commissie met een verzwakt voorstel om de CO2-standaarden voor vrachtwagens en bussen te verstrengen.

Transport is verantwoordelijk voor 20% van alle Belgische CO2-uitstoot. Vrachtvoertuigen vertegenwoordigen slechts 12% van de Belgische voertuigen op de weg, maar zijn verantwoordelijk voor bijna 50% van de CO2-uitstoot van het wegvervoer in België. Wegtransport en vrachtvoertuigen zijn ook een van de grootste bronnen van luchtvervuiling, wat in België jaarlijks naar schatting 10.000 vroegtijdige sterfgevallen veroorzaakt.

Het is overduidelijk een goede zaak dat Europese Unie de transportsector richting verduurzaming stuurt. Ze focust zich daarvoor op de verstrenging van de CO2-standaarden van enerzijds auto’s en bestelwagens, en anderzijds vrachtwagens en bussen. Deze regelgeving verplicht constructeurs om een groot aantal schonere voertuigen te produceren. Door een opschaling van de productie ligt de kost per voertuig lager waardoor het voertuig betaalbaarder wordt. Dat het Europees Parlement op Valentijn een verbod op de verkoop van nieuwe auto’s en bestelwagens met verbrandingsmotor na 2035 goedkeurde, en een besparing van 55% CO2 tegen 2030, is een overwinning voor de luchtkwaliteit en het klimaat. Toch moet de EU de mogelijkheid open laten voor lidstaten om sneller kunnen schakelen. Vlaanderen heeft immers beloofd om vanaf 2029 een ban op op verbrandingsmotoren op te leggen.

Klimaatambitie zwaar vrachtverkeer afgezwakt

Onze tevredenheid smelt helaas pijlsnel als we het voorstel van de Europese Commissie rond de CO2-standaarden van bussen en vrachtwagens onder de loep nemen. Volgens deze herziening mogen vervuilende vrachtwagens ook na 2040 nog in Europa worden verkocht. Daarmee wordt de initiële ambitie van netto nul uitstoot tegen 2050 opgegeven. Met de voorgestelde doelstelling van 90% CO2-reductie voor vrachtwagenproducenten, zullen ook na 2050 dieselvrachtwagens de lucht blijven vervuilen. Bovendien hoeven nieuwe stadsbussen tegen 2030 pas volledig emissievrij te zijn, terwijl dit al een haalbare kaart is vanaf 2027.

De tussentijdse deadline die de EC voorstelt, een daling van 45% CO2 in 2030 (tegenover 1990), ligt zelfs lager dan de ambities die de constructeurs voorop stellen. Daimler Truck als Volvo Trucks willen tegen 2030 respectievelijk 60% en 70% zero-emissievoertuigen verkopen. Volgens Bond Beter Leefmilieu moet een tussentijdse doelstelling van 65% uitstootreductie dan ook haalbaar zijn tegen 2030.



Het voorstel van de Commissie lijkt wel uit een ander tijd te komen. Tegen 2035 kosten batterij-elektrische trucks evenveel als dieseltrucks, kunnen ze evenveel goederen vervoeren en hebben voldoende rijbereik. Lidstaten als België, Nederland, Denemarken en Luxemburg zijn vragende partij voor verstrengde doelstellingen. Het voorstel van de Commissie is een gemiste kans.

Wordt vervolgd

Terwijl de toekomst van elektrische auto’s en bestelwagens voorlopig beslecht is (2026 wordt dit besluit herzien), zullen er ongetwijfeld nog hevige discussies woeden over onze trucks en bussen. Het blijft belangrijk om te onthouden dat ‘Verschonen’ pas de derde V in ons verhaal is. ‘Vermijden’ en ‘verschuiven’ zijn des te belangrijker. Primair inzetten op kwalitatief openbaar vervoer, consolidatie en een ambitieuze modal shift blijven nog steeds prioritair.

Om op een positieve noot te eindigen: het vrachtwagenvoorstel van de Commissie moet nog langs het Europees parlement en de Raad passeren. Het Parlement is over het algemeen meer visionair dan de Commissie. En gezien België ambitieuzer is dan de Europese Commissie, mogen we alvast verwachten dat zij die ambitie mee aanzwengelen.

Vrachtverkeer

Meer over Vrachtverkeer