Afbeelding ter illustratie | Ideogram

Concurrentiewaakhond spitst oren: Engie-deal in strijd met EU-wetgeving?

Afbeelding ter illustratie | Ideogram

De onzekerheden en kosten van het nucleaire dossier blijven groot. Er bestaan geen garanties dat de twee reactoren in november 2025 een bijdrage aan de bevoorradingszekerheid tijdens de wintermaanden kunnen leveren.

De regeringsonderhandelaars dromen nu al hardop over een 20-jarige nucleaire verlenging, terwijl de uitgaande de plannen voor een van 10 jaar nog niet rond kreeg. Om nucleaire operator Engie te paaien, maakte de Vivaldi-regering heel wat dure beloftes. Maar of deze gang van zaken het onderzoek van de Europese Commissie heelhuids door raakt, is nog een andere zaak. De procedure kan aanpassingen opleggen en voor nog meer vertraging zorgen, en kan de geplande herstart van Doel 4 en Tihange 3 eind 2025 op de helling zetten. 

De beer is nog niet geschoten

Geen enkele moeite werd gespaard om België’s jongste kerncentrales — Doel 4 en Tihange 3 — met 10 jaar te verlengen, met het oog op een heropstart eind 2025. 18 maanden onderhandelde de Vivaldi-regering met Engie en in april 2024, op het laatste nippertje, klopte het parlement het nodige legislatieve pakket af. Alleen de Belgische nucleaire waakhond FANC en de Europese concurrentiewaakhond moeten het dossier nog doorlichten en groen licht geven. Zowel de Minister van Energie als Engie achtten de klus geklaard en rekenen op goedkeuring door de concurrentiewaakhond voor het einde van het jaar. 

Een spoedige procedure is belangrijk, omdat Engie volgens EU-wetgeving geen werken mag aanvatten, tenzij deze voorbereidend van aard zijn. De Belgische Regering meldde de maatregelen op 21 juni 2024 bij de Europese Commissie, die een maand later een procedure voor een diepgaand onderzoek opende. Ze vroeg de Belgische regering, Engie en andere belanghebbende partijen om binnen een maand — dus tegen 8 september 2024 — hun opmerkingen te melden. Voor het verdere verloop geeft de Commissie geen deadline — het tempo hangt volledig af van hoe goed de samenwerking loopt.

Gegronde bezwaren

De tekst van de Commissie maakt duidelijk dat een snelle goedkeuring absoluut geen uitgemaakte zaak is. De Commissie volgt de Belgische regering in de redenering dat steun voor de uitbater van de kerncentrales nodig is, vanwege de economische en politieke risico’s eigen aan nucleaire energie. Maar ze heeft fundamentele twijfels bij de concrete invulling van de overeenkomst, die riskeert de elektriciteitsmarkt danig te verstoren.

Voor de Commissie zit het probleem in de combinatie van meerdere steunmaatregelen: bovenop een prijsgarantie, neemt de Belgisch Staat ook de helft van de risico’s door de creatie van een joint venture, die eigenaar van de reactoren wordt, en krijgt Engie juridische en financiële bescherming tegen eventuele wijzigingen in de wetgeving. Ook het forfaitaire bedrag van 15 miljard euro dat Engie aan de overheid moet betalen, opdat die laatste de verantwoordelijkheid voor het kernafval overneemt, is in de ogen van de Commissie niet evenredig.

Een dure rem op de energietransitie?

Met name over de prijsgarantie is de Commissie bijzonder kritisch. Die neemt de vorm aan van een Contract for Difference (CfD), een mechanisme waarmee de overheid bij hoge elektriciteitsprijzen de inkomsten afroomt en Engie bij lage elektriciteitsprijzen geld toestopt. De opzet van de CfD lijkt niet conform met EU-wetgeving, omdat het niet de juiste prikkels voorziet om op marktsignalen te reageren. Vooral het feit dat de CfD zelfs bij negatieve prijzen van toepassing kan zijn – waardoor we kerncentrales betalen om open te blijven, en hernieuwbare producenten als windmolen- en zonneparken dwingen stil te liggen – en dat de overeengekomen referentieprijs te sterk in het voordeel van Engie speelt, maakt de steun oneerlijk. Het kan anders: de CREG werkte eerder een andere prijsregeling voor Engie uit, die de staatskas minder belast. Maar dit advies werd tot dusver niet gevolgd.

Deze insteek brengt België ook op een andere manier op ramkoers met de Commissie: die vroeg de onderhandelaars namelijk al in juli 2024 om bij haar begrotingsoefening de groene transitie centraal te stellen. Oneerlijke cadeautjes aan de uitbater van de kernreactoren doen het tegenovergestelde. 

Te duur, te traag en te onzeker 

Het is onwaarschijnlijk dat de Commissie de staatssteun volledig zal afwijzen, vooral omdat ze sinds de energiecrisis de regels hieromtrent heel wat versoepelde. Maar twijfels van de Commissie over de wettelijkheid van de staatssteun aan Engie kan je niet zomaar van de tafel vegen. In de komende maanden zullen de Belgische Regering, Engie en de Commissie onderhandelen over aanpassingen. Niemand kan voorspellen hoe lang dit gaat duren.

Deze stap in de verlengingsprocedure maakt nog maar eens duidelijk: de onzekerheden en kosten van het nucleaire dossier blijven groot. Er bestaan geen garanties dat de twee reactoren in november 2025 een bijdrage aan de bevoorradingszekerheid tijdens de wintermaanden kunnen leveren. Hoe het ook uitdraait, zelfs met een verlenging van bestaande reactoren, moet onze elektriciteitsproductie naar hernieuwbare energie overschakelen. Dit vergt van beleidsmakers een aanpassing van het energiebeleid dat inzet op een taxshift die elektriciteit goedkoper maakt, de flexibiliteit van de vraag waarborgt en voor de opslag en de uitbouw van de netten zorgt. Laat ons niet alle politieke energie aan de nucleaire vraag besteden, maar de nodige aandacht aan echte oplossingen geven.

Lees hier de volledige reactie van Bond Beter Leefmilieu.

Kernuitstap

Meer over Kernuitstap