Kostprijs kernenergie is onduidelijk, hernieuwbare energie betaalt gelag

De wanhopige zoektocht naar goedkope elektriciteit gaat een nieuwe ronde in: Febeliec vraagt de regering om volop in te zetten op kernenergie. Het onderzoek van EnergyVille, waar Febeliec in haar vraag naar verwijst, is nochtans erg onzeker over de kostprijs van een verlengd nucleair tijdperk. Het waarschuwt zelfs dat hernieuwbare energie uit de markt geduwd zal worden.

Febeliec, Federation of Belgian Industrial Energy Consumers of de federatie van industriële grootverbruikers van stroom, trekt aan de alarmbel: de hoge energieprijzen en onzekerheden rond elektriciteitsbevoorrading zouden de industrie weerhouden van verdere investeringen in ons land. De federatie eist daarom dat de regering langer vasthoudt aan de kerncentrales. 

Om haar eis te onderbouwen, vroeg Febeliec aan het onderzoekscentrum EnergyVille om nieuwe scenario’s te modelleren. EnergyVille publiceerde een jaar geleden al in opdracht van Febeliec een onderzoek over de kostenoptimale manier om België klimaatneutraal te maken: het scenario Path2050. Dat onderzoek werd nu uitgebreid. 

Eenzijdige lezing

Het is onbegrijpelijk hoe de federatie op basis van dat onderzoek concludeert dat we sterker op nucleair moeten inzetten. Febeliec lijkt vooral te lezen wat ze wil lezen. EnergyVille benadrukt meermaals dat er geen raming beschikbaar is over de verwachte kosten voor de verlenging van de kerncentrales. De studie verschaft daar ook geen extra informatie over. Met andere woorden: het totale kostenplaatje - dé hamvraag van deze studie - blijft dus koffiedik kijken.

Wat het scenario wel onderzoekt, is onder welke voorwaarden kernenergie tot een goedkopere energiemix zou kunnen leiden. Maar ook die conclusies zweven in een waas van ifs and buts.

Doel 4 en Tihange 3 niet 10 maar 20 jaar langer openhouden is volgens de onderzoekers economisch zinvol als het prijsniveau onder de 77 euro (65 euro in prijzen van 2019) per megawattuur blijft. Deze prijsinschatting komt uit de onderhandeling tussen Engie en de regering, maar het effectieve niveau wordt pas in 2025 finaal vastgelegd. Voorlopig gaat de regering ervan uit dat een prijsgarantie tussen 65 en 75 euro per megawattuur nodig is om alle vereiste investeringen te dekken bij een verlenging met 10 jaar. 

De heropstart van de twee afgeschakelde oude reactoren Doel 3 en Tihange 2 is economisch twijfelachtig. Een positief effect op de totale energiemixprijs vinden de onderzoekers alleen als de kostprijs hiervoor onder 89 euro (75 euro in prijzen van 2019) per megawattuur zou liggen. Maar de twee centrales, stopgezet in de vorige winter, zijn minder modern en bevinden zich in een minder goede toestand. Het is verre van zeker dat een heropstart van de ‘scheurtjescentrales’ onder deze prijsdrempel kan komen. 

Kernenergie verdringt uitbouw wind en zon

Een tweede netjes genegeerde boodschap uit de studie is dat een verdere verlenging van kerncentrales de uitbouw van hernieuwbare energie uit de markt zal duwen. Investeren in hernieuwbare energie zal minder aantrekkelijk worden als er meer capaciteit uit kerncentrales beschikbaar is. Voor Febeliec is dit geen vermelding waard. Of ze zien deze mogelijke rem op de energietransitie over het hoofd, of ze aanvaarden het. Beide zijn problematisch.

Dat Febeliec de gascentrales zo weinig mogelijk wil zien draaien is lovenswaardig, maar dat kan ook door inspanningen te leveren op efficiëntie, vraagsturing en hernieuwbare energiebronnen. Febeliecs keuze voor meer kernenergie is met andere woorden een bewuste keuze tégen een energiemix die maximaal inzet op duurzame en goedkope zon en wind. Deze keuze wordt ‘technologieneutraal’ genoemd, maar dat is ze niet.

Goedkoop voor wie?

Een derde verontrustend inzicht, is de eigenlijke kern van de oproep voor meer kernenergie: een energievretende sector doet een beroep op de overheidskas om de eigen energiefactuur laag te houden. Febeliec zelf had al vroeger opgemerkt dat Belgische bedrijven door de hogere prijzen moeilijker kunnen concurreren met bedrijven in de buurlanden. Maar de lagere energieprijzen in het buitenland zijn niet te wijten aan slimme keuzes in de elektriciteitsmix, wel aan subsidies en overheidsmaatregelen die de prijzen kunstmatig omlaag duwen. De belastingbetaler betaalt het verschil. Met dure kernenergie, versterkt door de overheidsgaranties aan uitbater Engie, dreigt dat verschil nog hoger op te lopen. 

De bevoorradingszekerheid staat overal onder druk. Een grote energiebron - fossiele brandstoffen - moet uit het systeem verdwijnen. Daardoor ontstaat een situatie van schaarste die tot hogere prijzen leidt. Het is gevaarlijk beleid om dit prijssignaal uit te schakelen via subsidies. Zowel subsidies voor kerncentrales verbonden met gereguleerde prijzen (zoals in Frankrijk) als directe kortingen aan bedrijven (zoals in Duitsland) vertragen de transitie. Des te meer gezien zonne- en windenergie momenteel dé goedkoopste bronnen van energie zijn.

Subsidies moeten transitie bevorderen, niet afremmen

Om België aantrekkelijk te houden voor duurzame investeringen, hebben we geen recepten uit het verleden nodig, maar moeten we de problemen aan de wortel aanpakken en inzetten op een diepe transformatie. Gebruiken we subsidies in de beleidsmix, dan moeten die de transitie bevorderen, niet afremmen.

In die zin toch een punt van akkoord met Febeliec: het is hoog tijd voor een coherente en toekomstgerichte klimaat- en energiestrategie, best in samenwerking met onze buurlanden en de rest van de EU. Maar kernenergie, die sterk van overheidssteun afhangt en hernieuwbare energiebronnen hindert, heeft daar geen plaats in.

Kernuitstap

Meer over Kernuitstap