Water

“We maken verder werk van een integraal waterbeleid. De meeste Vlaamse waterlopen hebben in 2020 een goede ecologische toestand bereikt, zodat voldaan wordt aan de vereisten van de Kaderrichtlijn Water”.

Het Vlaams regeerakkoord heeft het ambitieniveau inzake waterkwaliteit fors omhoog bijgesteld. Dit impliceert (maar dat staat niet expliciet in de tekst) dat de ontwerp - stroomgebiedbeheerplannen serieus zullen moeten worden bijgestuurd. Wat wel in de tekst staat – en dat was door BBL naar voor geschoven als prioriteit nr. 1 is dat hiervoor “een langetermijnfinancieringsplan wordt opgesteld waarbij de inbreng van alle actoren wordt vastgelegd”. Dat is een noodzakelijke, maar geen eenvoudige discussie, niet in het minst inzake waterzuivering. Mogelijk kan het plattelandsfonds dienst bewijzen.

De nieuwe minister van Leefmilieu zal trouwens – wil ze de doelstellingen uit  het regeerakkoord realiseren – niet veel rust worden gegund. Inzake waterzuivering zal er immers een ernstige tempoversnelling moeten komen, zeker bij de gemeenten in het buitengebied. De bindende uitvoeringsplannen hiervoor mikken naar 2021 – conform de globale ambitie. Voor Aquafin komt er een controleerbare resultaatsverbintenis met een bonus-malussysteem. In mensentaal: hoe beter Aquafin er in slaagt het water te zuiveren, hoe beter de financiële tegemoetkoming, en vice-versa.

Nog een stap vooruit: de regering zal de mankementen in plannen en structuren van het integraal waterbeleid onder de loep nemen. Een noodzakelijke stap. Al zal het – gezien de veelheid van belangen die hierin spelen – vooral een kwestie zijn van te bewaken dat de evaluatie objectief en transparant gebeurt, en er dan ook de nodige consequenties worden aan verbonden. Het is in die context wel vreemd dat men nog voor de uitkomst van die evaluatie al besloten heeft om de wetgeving op polders en wateringen aan te passen. De veelheid aan actoren is immers een manifest pijnpunt in het waterbeleid – en de optie om werk te maken van waterschappen mét rechtspersoonlijkheid hangt samen met de toekomst van de polders en wateringen. Een schoonheidsfoutje? Of een toegift aan een belangenlobby?

Ook inzake overstromingen maakt dit regeerakkoord de juiste keuze. Nadruk ligt op het ‘vasthouden’ van (hemel)water, dan pas bergen en ten slotte afvoeren. De stedenbouwkundige verordening hemelwater (die er voor moet zorgen dat er bij hevige neerslag minder water in de riolen terechtkomt) wordt (eindelijk) aangepast en de watertoets wordt geëvalueerd. Het concept van blauw-groene diensten doet voor het eerst zijn intrede: landbouwers zullen kunnen worden vergoed voor het leveren van ‘waterdiensten’ aan de gemeenschap (bv. hun land onder water laten lopen). Het SIGMA-plan en de bekkenbeheerplannen worden verder uitgevoerd. Opvallend is dat men “voldoende aandacht voor beddingbeheer” aankondigt – hopelijk betekent dit dat het 'Strategisch Uitvoeringsplan Bagger- en ruimingspecie’, dat inmiddels 5 jaar in de ministeriële schuif heeft liggen wegkwijnen, alsnog wordt afgewerkt ?

Een belangrijk manco is wel het ontbreken van elke aanzet tot adaptatieplan. Nochtans is het probleem ondertussen bijzonder duidelijk en werd de nood aan een adaptatieplan ook verwoord in het pact 2020 en in het Vlaams Klimaatbeleidsplan (2006 – 2012). Waarom de nieuwe regering hier de boot mist, is dan ook een raadsel. 

De prioriteiten inzake waterwegen zijn helder aangegeven: "het bevaarbaar houden van de waterwegen (door tijdig slib te ruimen), het uivoeren van het Sigmaplan, de Seine-Scheldeverbinding (tussen Gent en Kortrijk), het verhogen van de bruggen over het Albertkanaal en de baggerspecieopvang met het Amorasproject te Antwerpen en Callemansputte in Gent."

Mits een paar randvoorwaarden (zoals het binnen de huidige grenzen blijven van Callemansputte) valt op deze prioriteiten weinig of niets aan te merken. Over Seine-Schelde-West (lees: de verbreding van het Schipdonkkanaal) staat er “we zullen op basis van alle resultaten van het studiewerk een beslissing nemen.” Wij kennen ‘de resultaten van het studiewerk’. Het Schipdonkkanaal is technisch niet realiseerbaar, in de eerste plaats door het gebrek aan water. Het is bovendien economisch overbodig. Wij kennen dus ook ‘de beslissing’. Maar politiek blijft een eigenaardig ding. Soms blijkt het nodig het licht van de zon te ontkennen.

Waterkwaliteit