De Vlaamse regering verhoogt haar doelstelling voor windenergie tot 2,5 gigawatt.

Foto Sarah Hennin / BBL

Vlaamse regering geeft wind tegenwind

De Vlaamse regering verhoogt haar doelstelling voor windenergie tot 2,5 gigawatt.

Foto Sarah Hennin / BBL

Tegen 2030 wil de Vlaamse regering twee keer zoveel windturbines als vandaag. Dat betekent dat de regering haar eerste doelstelling van 2 GW uit het ontwerp energie- en klimaatplan voor 2030 verhoogt naar 2,5 GW. Ook voor zonne-energie rekent de nieuwe regering op een verdubbeling van de capaciteit tegen 2030. Een goede zaak, al is het nog niet genoeg. En de belangrijkste vraag: hoe denkt Vlaanderen die doelstellingen eigenlijk te halen? 

Minder steun, toch meer wind?

Het hoofdstuk hernieuwbare energie in het regeerakkoord focust sterk op de verlaging van de kosten en de afschaffing van steun. En op dat vlak kiest deze regering duidelijk de vlucht vooruit: zonder duidelijke rationele argumenten kiest ze ervoor de steun voor wind al vanaf 2020 stevig terug te schroeven. Het gegarandeerd rendement voor wie investeert in windturbines gaat omlaag. De sector vreest daardoor een vertraging van de verdere uitbouw van wind. 

Ook voor zonne-energie daalt de steun. Grote projecten krijgen enkel nog steun als ze minstens 50% van de opgewekte stroom ter plekke verbruiken. Dat terwijl meer en meer stakeholders - net nog in de werkgroepen van Stroomversnelling - vragen om beschikbare daken maximaal te gebruiken en de steun dus níet te baseren op het eigen verbruik. 

Te veel steun geven kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Maar de regering wil de steun voor zonne- en windenergie nu zo snel naar beneden halen dat ze dreigt haar eigen doelstellingen niet te bereiken. Vraag is ook waarom de regering eigenlijk in zeven haasten het steunniveau voor wind- en zonneprojecten naar beneden bijstelt. Hernieuwbare energie wordt dag na dag goedkoper, de kosten nemen vanzelf af.

Nog meer NIMBY?

Nog een ander plan dat zorgen baart: in het regeerakkoord legt de regering de verantwoordelijkheid voor de plaatsing van windturbines bij de gemeentebesturen. Daarbij loert het gevaar van ‘not in my backyard’ (NIMBY) om de hoek: als de gemeente zelf beslist of er een windmolen in zijn achtertuin komt, bestaat de kans dat de bouw van nieuwe turbines helemaal stilvalt. 

De Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) heeft een positievere kijk: deze aanpak biedt kansen om inwoners van die gemeenten te laten participeren in de uitbouw van windenergie. Voorwaarde is dat gemeenten voldoende inspraak en ondersteuning krijgen. De vraag is of minister van Energie en Omgeving Zuhal Demir de gemeenten voldoende zal responsabiliseren en ondersteunen met een planmatige aanpak voor de uitbouw van windenergie. Dit biedt de beste kansen om proactief rekening te houden met de impact op mens en natuur. Door wie in de buurt woont ook te laten meegenieten van de lusten van hernieuwbare energie door participatie in een windproject, bouw je mee aan het broodnodige draagvlak. Een punt waar de VVSG ook vragende partij voor is. 

Tijd voor een vlucht vooruit

De Europese Commissie liet eerder dit jaar al verstaan dat we onze doelstellingen voor hernieuwbare energie stevig moeten optrekken, in haar feedback op het ontwerp Energie- en Klimaatplan 2030 van ons land. Vast staat dat we meer dan een tandje moeten bijsteken om de uitbouw van hernieuwbare energie te versnellen. Als we naar deze plannen kijken, is het maar de vraag of dit zal lukken. Nu is het aan onze nieuwe minister van Energie om te tonen dat het menens is. Cruciaal daarbij: verlaag de drempels voor hernieuwbare energie verder - en werp er vooral geen nieuwe op. 

Windenergie

Meer over Windenergie