Suggesties riolering voor regeerakkoord

De studiedag van VLARIO - het overlegplatform voor de riolerings- en afvalwaterzuiveringssector in Vlaanderen - op het Belgisch Wegencongres bracht nieuwe informatie aan die relevant is voor het regeerakkoord.

Subsidies voor afkoppeling

Uit een bevragen van de gemeentebesturen inzake afkoppeling bleek dat de meerderheid van de gemeenten vandaag subsidies voorzien voor afkoppeling van privé-woningen – de grote meerderheid beperkt die subsidie tot woningen die in een rioleringsproject betrokken zijn.

Het regeerakkoord stelt “We maken het mogelijk dat afkoppeling op privaat domein bij bestaande woningen gesubsidieerd wordt om op die manier een optimale afkoppeling te realiseren.

Deze mogelijkheid bestaat dus al, en ze wordt gebruikt. Uit de bevraging blijkt verder dat er nergens een regeling bestaat voor sociaal zwakkere groepen en dat er ook nog onduidelijkheden bestaan over openbare gebouwen en (grote) bedrijfsgebouwen. Daar ligt dus een mogelijke toegevoegde waarde voor het Vlaams beleid.

Doorlooptijd projecten verbeteren: sleutel ligt bij aanpassing subsidieregeling

De erg lange doorlooptijd van gemeentelijke rioleringsprojecten (gemiddeld 6-7 jaar) is een pijnpunt dat VMM op de VLARIO-dag op de agenda heeft gezet. Uit een eerste analyse die nu gemaakt is, komen belangrijke conclusies:

Deze lange doorlooptijd heeft niet alleen een milieukost, maar kost ook veel geld: alle betrokken partijen maken vermijdbare kosten.

Om het probleem ten gronde aan te pakken, is een wijziging nodig van de manier waarop er vandaag gewestelijke subsidies worden gegeven aan de gemeenten. De hervorming van de subsidieregeling is gekoppeld aan het opstellen van het GUP (gebiedsdekkende uitvoeringsplannen). Het GUP zal onder andere bepalen waar welke rioleringen aangelegd moeten worden, tegen wanneer. Om die GUP’s te kunnen uitvoeren moet er duidelijkheid zijn over de financiële middelen die gemeenten hiervoor zullen krijgen.

Alleen al om praktische redenen zal het gewest de huidige gedetailleerde controle op projecten minstens ten dele moeten loslaten, zodat de gemeenten meer verantwoordelijkheid krijgen in de (financiële) planning. Voorwaarde is natuurlijk wel dat een sluitend systeem wordt opgezet dat de kwaliteit op het terrein (en niet zozeer op papier) garandeert én ervoor zorgt dat de doelstellingen gehaald worden. Gemeenten die het GUP niet uitvoeren, moeten daarvoor aangepakt worden. BBL meent dat minister Schauvliege deze problemen moet oplossen met de opmaak van de GUP's en de daaraan gekoppelde aanpassing van de financiering.