Marie-Rose Bracke, voorzitster van de Raad van State, laat via De Standaard weten dat ze niet akkoord gaat met de kritiek van minister-president Peeters op vertragingen van procedures voor grote infrastructuurwerken. Peeters wijst daarbij onder meer op de jarenlang aanslepende rechtszaken bij de Raad van State, die projectontwikkelaars in een rechtsonzekere positie plaatsen. Daarnaast heeft Peeters kritiek op het feit dat overheidsbeslissingen door de Raad vaak worden vernietigd op basis van zeer formalistische gronden, bijvoorbeeld onterecht gebruik spoedadvies of verkeerde procedures om adviescommissies samen te roepen. Volgens Peeters gaat dergelijke formalistische kijk in tegen het algemeen belang, zoals het creëren van werkgelegenheid op nieuwe bedrijventerreinen.
De voorzitster van de Raad is het hier niet mee eens en stelt dat de regels door iedereen moeten worden nageleefd, zeker door de overheid die een voorbeeldfunctie heeft. De kritiek dat rechtszaken bij de Raad van State te lang aanslepen, is volgens de voorzitster een gevolg van te weinig personeel. De tiende kamer van de Raad van State, die zich uitspreekt over zaken van ruimtelijke ordening en stedenbouw, telt sinds vorig jaar vijf in plaats van drie magistraten. Wat natuurlijk nog altijd heel weinig is om de honderden rechtszaken die elk jaar aanhangig worden gemaakt, snel te behandelen.