Prioriteit voor de Brusselse ring? Minder verkeer!

Tijdens een druk bijgewoonde hoorzitting heeft de commissie Mobiliteit en Openbare Werken van het Vlaams Parlement zich over de problematiek van de Brusselse ring gebogen. Uit de presentatie door het agentschap Wegen en Verkeer bleek dat de overheid bezig is om ook een aantal alternatieven voor de uitbreiding van de Brusselse ring te onderzoeken.  Er ontstond veel ophef in de media over de vier grootschalige infrastructurele alternatieven die reeds waren gelekt in De Standaard: een tunnel onder Brussel tot zelfs een tweede ring bijbouwen. Vrij onrealistische projecten met andere woorden. Met enige slechte wil zou men de overheid ervan kunnen verdenken deze irrealistische alternatieven te willen gebruiken als glijmiddel voor wat dan uiteindelijk de enige realistische optie zou blijken: de verbreding van de ring.    

Goed nieuws was dat men ook het alternatief onderzoekt dat door het samenwerkingsverband Modal Shift (waarvan BBL deel uitmaakt) is naar voren geschoven. Het uitgangspunt van dat alternatief is de noodzaak van een daling van het autoverkeer om de fileproblemen op een duurzame en klimaatvriendelijke manier aan te pakken.  Het is gebaseerd op een combinatie van rekeningrijden en uitbouw van het openbaar vervoer. We rekenen er op dat ook het grote potentieel van een betere fietsinfrastructuur in de regio wordt meegenomen.

De woordvoerder van de administratie stelde ook een ernstige Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA) in het vooruitzicht, zoals reeds geruime tijd door Modal Shift gevraagd.

Namens Modal Shift vroeg BBL-beleidscoördinator Jan Turf om een maatschappelijke klankbordgroep op te richten om het proces rond de Brusselse Ring te begeleiden. Hij verwees naar de succesvolle ervaring met het grensoverschrijdend proces rond de verdieping van de Schelde, één van de weinige infrastructuurprocessen die de vooropg estelde timing respecteerde, mede dankzij het betrekken van alle stakeholders.

 

Op inhoudelijk vlak lijkt er ook een brede consensus te groeien over de betere uitbouw van het openbaar vervoer in de Brusselse rand. Minder eensgezindheid is er over de verbreding van de -ring. Jan Turf wees er op dat het risico b estaat dat de dure infrastructuuringreep het verkeersinfarct niet zal oplossen. Er valt aan te nemen dat het aanzuigeffect op korte of middellange termijn de vrijgekomen ruimte op de ring weer zal doen dichtslibben. Het enige echte alternatief, dat de sleutel kan vormen om het verkeer op de ring terug vlotter te krijgen, ligt wellicht in de invoering van een ‘slimme kilometerheffing’ voor vracht- en personenwagens, zoals reeds geruime tijd door de milieubeweging bepleit. Opvallend daarbij was dat ook VOKA, dat zich voluit achter de verbreding van de ring schaart, een slimme kilometerheffing als een mogelijke optie ziet.

VOKA had trouwens een zeer degelijke analyse gemaakt van de problematiek, waarbij onder meer berekend werd dat de files op de ring jaarlijks zo’n 75 miljoen euro aan cong estiekosten veroorzaken, en ook (door het sluipverkeer) een zware druk leggen op de leefbaarheid van de omliggende gemeenten.

Het komt er nu op aan ernstig werk te maken van de beloofde kosten-baten analyse en daar de verschillende stakeholders bij betrekken. BBL en  ‘Modal Shift’ zullen het dossier in elk geval op de voet volgen.