De toekomst: interconnecties met het buitenland, en nieuw potentieel in/op eigen land aanboren. - © Sam Cumming

Pad naar klimaatneutraliteit loopt via interconnecties met buitenland en aanboren hernieuwbaar potentieel

De toekomst: interconnecties met het buitenland, en nieuw potentieel in/op eigen land aanboren. - © Sam Cumming

De inkt over de Elia-studie ‘Roadmap to net zero’ was maar amper opgedroogd, toen al twee andere berichten opdoken die de conclusies van deze studie onderschrijven. Een akkoord tussen België en Denemarken maakt werk van de interconnecties waar Elia om vraagt. En EnergyVille komt met een nieuwe inschatting van het potentieel aan hernieuwbare energie, die nog een stuk hoger liggen dan eerst gedacht.

België neemt voortouw in uitbouw connecties in zee

Dinsdag sloot federaal minister van Energie Van der Straeten een akkoord met haar Deense collega voor de bouw van een zeekabel van 600 km lang. Deze kabel, die de naam ‘Triton-link’ meekreeg, moet twee windparken annex energie-eilanden met elkaar verbinden. Dat is een primeur. Bovendien onderstreept het project de voortrekkersrol van België op het gebied van windenergie op zee.

Deze kabel ligt ook volledig in lijn met de oproep die Elia lanceerde in haar ‘Roadmap for net zero’, namelijk dat landen moeten samenwerken, zowel voor de uitbouw van het potentieel aan hernieuwbare energie als voor de uitbouw van verdere connecties onderling. 

De Noordzee heeft een groot potentieel aan hernieuwbare energie. Een studie in opdracht van Wind Europe schatte het economisch potentieel in op minstens 1600 TWh/jaar. Dat is de helft van het huidig stroomverbruik in Europa en 20% van wat we in 2050 aan stroom nodig zullen hebben bij directe elektrificatie. Ter vergelijking: de huidige Belgische windturbines op zee (samen goed voor 2,3 GW) produceren 8 TWh per jaar.

De Triton-link maakt bijkomende windparken niet alleen economisch aantrekkelijker: de kabel verbindt ook twee uithoeken van de Noordzee. Op 600 km is er al een significant verschil in windcondities. De studie van Elia geeft dat ook aan; er is slechts 40% kans dat de wind in België en Denemarken even hard (of flauw) waait. Die connectie laat dus toe om, in functie van de lokale beschikbaarheid van zon en wind, stroom uit te wisselen tussen België en Denemarken.

Denemarken is op zijn beurt goed geconnecteerd met zijn buurlanden, waaronder Noorwegen, dat bijzonder rijk is aan waterkrachtcentrales. Nu al is Denemarken een draaischijf van hernieuwbare energie. Afhankelijk van de weersomstandigheden stroomt er Noorse waterkracht, Deense windkracht of Duitse zonnestroom door Deense kabels. Via de Triton-link geraakt een deel van die stroom ook bij ons en zorgt dus zo voor de bevoorradingszekerheid van België.

Het technisch potentieel aan windturbines op land bedraagt acht keer het huidig vermogen. Voor zonnepanelen bedraagt het zelfs zeventien keer het huidig vermogen.

België heeft een hoog potentieel aan hernieuwbare energie

De Roadmap van Elia ging uit van maximaal 9 GW aan wind op land en 50 GW zonnepanelen. Momenteel staat in België 2,5 GW wind op land en 6 GW PV opgesteld.

Afgelopen woensdag pakte EnergyVille uit met de resultaten van een studie waarin ze berekende hoeveel hernieuwbare energie opgewekt kan worden in België. Ze maakte hierbij gebruik van geavanceerde rekentools die het beschikbare dakoppervlak en de finesses van het Belgisch landschap nauwkeurig in rekening brachten.

De resultaten laten een groot potentieel aan hernieuwbare energie zien. Het technisch potentieel aan windturbines op land bedraagt 20 GW, acht keer het huidig vermogen en het technisch potentieel aan zonnepanelen bedraagt maar liefst 100 GW, zeventien keer het huidig vermogen.

Samen zouden ze kunnen instaan voor 130 TWh stroom per jaar. De bestaande en geplande windturbines op zee voegen daar 20 TWh stroom per jaar aan toe. Dat is 70% meer dan het huidig stroomverbruik (88 TWh) en meer dan de helft van de totale stroombehoefte bij directe elektrificatie (245 TWh), waar Elia op uitkomt. 

Bij deze potentieelinschattingen zijn wel kanttekeningen te maken. Elia beklemtoont dat een goede mix aan hernieuwbare energiebronnen belangrijk is voor het evenwicht tussen vraag en aanbod. Ze rekent op een verhouding van helft windstroom, helft zonnestroom. EnergyVille komt uit op een andere verhouding: een derde windstroom, twee derde zonnestroom.

Bovendien is het nodig om het potentieel aan wind op land aan een natuurtoets te onderwerpen. EnergyVille houdt wel rekening met de geldende beperkingen en wettelijke afstandsregels. Maar een bijkomende evaluatie van de impact van de uitgetekende windzones op de natuur dringt zich wel op. De milieubeweging gaat graag die discussie aan met EnergyVille.

Windenergie Zonne-energie

Meer over Windenergie, Zonne-energie