MER Seine Schelde West afgekeurd

De plan-MER en de passende beoordeling voor Seine Schelde West werden eind 2009 afgekeurd door de Vlaamse MER-cel. Het afkeuringsverslag is vernietigend voor de plan-MER. De kritiek slaat zowel op het gebrek aan informatie – bv. inzake water, transport en fauna en flora - als op het ontbreken van een alternatievenonderzoek. Sommige van die  knelpunten slepen aan sinds het begin van het project. Maar op de vragen die (onder meer) BBL van in het begin opwierp kwam nooit een antwoord.

Het is hoogst uitzonderlijk dat een plan-MER wordt afgekeurd. Na de gedeelde kritiek van milieubeweging, omwonenden en landbouw, volgt nu deze blamage. BBL vraagt dat nu eindelijk ernstige werk wordt gemaakt van de uitwerking van een alternatief plan dat focust op spoor en estuaire vaart.

Het afkeuringverslag leest als een striemende kritiek. Zo  wijst het op het gebrek aan afstemming met o.a. de geplande nieuwe wegverbinding (AX) en met de nieuwe sluis (het SHIP project). Die gebrekkige afstemming leidt ook tot een gebrek aan inzicht in de cumulatieve effecten (bvb. inzake verzilting).

 

Voor de aspecten waterkwaliteit en waterhuishouding is het verslag bijzonder kritisch. Volgens de administratie wordt de kaderrichtlijn water genegeerd, is de bijkomende watervraag ten gevolge van een nieuwe sluis in Terneuzen niet meegenomen, en zijn ook de effecten van klimaatverandering buiten beeld gehouden. Men besluit dan ook dat 'om een gedegen beoordeling van het project op de huidige en toekomstige ruimere waterproblematiek te maken is in het plan MER onvoldoende informatie aanwezig.'

In het onderdeel 'fauna en flora' worden  de pogingen om alle vragen door te schuiven naar de project-MER (terecht) afgestopt. Daarnaast valt vooral het gebrekkige alternatievenonderzoek slecht (o.a. in het kader van de verplichtingen onder de habitatrichtlijn): 'het alternatievenonderzoek dat thans gevoerd is, schiet duidelijk tekort'. Even verder wordt expliciet gevraagd de mogelijkheden en beperkingen van de estuaire vaart nader te onderzoeken.

Boeiend is tenslotte ook de passage over mobiliteit, waar wordt opgemerkt 'dat het onduidelijk is welke kwantitatieve en concrete aannames zijn gehanteerd om de modal split te bepalen', waardoor het 'niet duidelijk is of deze ook een invloed kunnen hebben op de selectie van voor het milieu relevante onderzoeksalternatieven'.

Bij BBL hadden we een groot déjà vu-gevoel bij lezing van dit document. Een paar van de vragen die de milieubeweging 2,5 jaar geleden op tafel heeft gelegd, blijven maar opduiken. Het lijkt erop dat sommigen de antwoorden niet willen kennen.

Volgens BBL is het hoog tijd dat nu ernstig werk wordt gemaakt van een alternatief scenario. Het is duidelijk dat Seine-Schelde-West kampt met onoverkomelijke problemen (bv. inzake waterhuishouding). Als men werkelijk iets wil doen aan de modal shift van Zeebrugge, moet er nu energie gestoken worden in een scenario waarbij de mogelijkheden van het spoor en de estuaire vaart worden gerealiseerd.