Het was de lokale basisschool Pius X zelf die met het idee naar onze stadsdiensten kwam.

Foto: Bos+

Hoe Kortrijk groen in de stad brengt met de hulp van BOS+ én burgers

Het was de lokale basisschool Pius X zelf die met het idee naar onze stadsdiensten kwam.

Foto: Bos+

Kortrijk krijgt een wonderwoud. Dat klinkt fabelachtig, en dat is het ook wel een beetje. Met begeleiding van BOS+ wordt een grasveld omgetoverd tot een groene oase met bomen, struiken en misschien wel een buitenklasje. Kers op de taart: de buurtbewoners en een nabijgelegen school staan mee aan de tekentafel.

“Het was de lokale basisschool Pius X zelf die met het idee naar onze stadsdiensten kwam”, zegt Lize Meert van Stad Kortrijk. “Als stadsschool beschikt Pius X over relatief weinig buitenruimte en de leerkrachten droomden ervan om een perceel in de buurt te kunnen gebruiken als buitenklas, met een insectenhotel, vogelkastjes en bessenstruiken.” 

“Als stad vonden we dat een geweldig idee. Maar we wilden tegelijk ook de buurtbewoners betrekken, want die zouden ongetwijfeld ook ideeën hebben. Het was meteen duidelijk dat we externe expertise zouden kunnen gebruiken. Niet alleen om de juiste boomsoorten en bloemen te kiezen, maar ook om de buurt te betrekken. De projectoproep 'Gemeente voor de Toekomst' van de Provincie West-Vlaanderen en BBL kwam op het juiste ogenblik. En daarom dienden we in tandem met de basisschool een projectaanvraag in bij BOS+ voor een Wonderwoudje, een intensief begeleidingstraject om buurtgroen te ontwikkelen. En: we werden geselecteerd. De kiem voor het wonderwoud was gelegd”.

Een woudje op maat van de buurt

Het begon -omwille van de coronamaatregelen- met enkele virtuele meetings tussen BOS+ en de stad, nadien volgde een plaatsbezoek. “Voor ons een belangrijk startpunt om de verschillende maatschappelijke functies in beeld te krijgen”, legt Kristien Ooms van BOS+ uit. “Is er een zorgcentrum in de buurt, een lokaal van de jeugdbeweging of zoals in dit geval een school? Dan geeft ons dat inspiratie. Voedselbossen brengen mensen samen. Voor een buitenklas is het dan weer leuk om te werken met een insectenhotel. De uitdaging is om zoveel mogelijk maatschappelijke voordelen te integreren op één perceel.” 

Vervolgens organiseerden BOS+ en de stad samen een online workshop met de buurt en een brainstorm met de school. Om het gesprek op gang te brengen, kregen de deelnemers vooraf een vragenlijst toegestuurd. “Tijdens die workshop en brainstorm was er meteen veel animo”, vertelt Lize. “Wilgentunnels, volkstuintjes, losloopweides voor honden: er kwam een vloedgolf aan creatieve ideeën, maar sommige inwoners toonden zich ook wel bezorgd over lawaaihinder, zwerfvuil en andere overlast.” BOS+ duidde, aan de hand van andere voorbeelden, wat een wonderwoudje is en kan zijn - en nam de grootste bezorgdheden weg.

Volgende stap: BOS+ en de stad trekken met de vele ideeën naar de tekentafel voor een eerste ontwerp. Dat ontwerp zal opnieuw voorgelegd worden aan de buurt. “En als daar een positieve respons komt, dan kunnen we aan de slag”, vertelt Lize. “En ook daar willen we de buurt intensief bij betrekken. Leerlingen van de school en buurtbewoners kunnen meehelpen bij de aanplant, of mee instaan voor de netheid van het woudje.” 

“Door buurtbewoners zo intensief te betrekken wordt het wonderwoudje ook echt een project van de buurt. Dat past helemaal in de filosofie van de stad”, vertelt Lize Meert.  

Vooral in West-Vlaanderen rijzen de wonderwoudjes als paddenstoelen uit de grond: op dit moment lopen er 12 trajecten voor wonderwoudjes. Dat heeft ongetwijfeld ook te maken met de steun van de provincie, die haar gemeenten stimuleert om de begeleidingstrajecten op te starten. 

BOS+ Gemeente voor de Toekomst