‘De modal shift voor duurzame mobiliteit komt er. De vraag is alleen nog wanneer’

Dit artikel verscheen op 1/9/2024 in Knack

De Modal Shift Coalitie wil een nieuwe visie op duurzame mobiliteit realiseren. ‘Iedereen beseft dat een modal shift niet alleen een significante mobiliteitswinst oplevert, maar ook aanzienlijke economische, sociale, gezondheids- en milieuwinsten.’ 

De verkiezingen gaven twee maanden geleden een helder resultaat. Zowel Vlaams als federaal wordt er hard gewerkt aan een bestuursakkoord om onze overheidsfinanciën op orde te zetten. Als Modal Shift Coalitie vragen wij de nieuwe bewindslieden om prioriteit te geven aan duurzame mobiliteit. Dat is geen kwestie van meer of minder geld, wel een kwestie van het beschikbare geld juist te besteden. Een modal shift heeft immers een grote impact op alle beleidsdomeinen: financiën, begroting, economie, volksgezondheid, vervoer, openbare werken, omgeving en leefbaarheid, toerisme, enzovoort. Al deze domeinen – en ook de belastingbetaler – winnen enorm bij een resolute verschuiving van ons verplaatsingsgedrag. Van salarisauto naar trein, tram, bus of deelauto, van vrachtwagen naar binnenschip of spoor, van achterbankkind naar actieve stapper of trapper. Een resolute modal shift lost zoveel problemen op, dat het in de sterren geschreven staat dat hij er ooit komt. De vraag is alleen nog: wanneer?

Autonomie

Het fietsgebruik en de aanleg van fietsinfrastructuur gaan er flink op vooruit. Niet toevallig is de fiets een individueel vervoermiddel: we koesteren onze autonomie, willen zelf kunnen bepalen wanneer we vertrekken en kunnen plannen wanneer we aankomen. Andere vervoermiddelen bieden op dat vlak veel minder zekerheid. Het openbaar vervoer kampt te vaak met vertragingen. De Lijn kende vorig jaar tienduizenden geschrapte ritten en steeds meer oponthoud door slechte doorstroming. Bij de NMBS vertrok vorig jaar ruim één op de zeven treinen met minsten zes minuten vertraging, of ze werden gewoon afgeschaft. Ook de auto is steeds minder betrouwbaar. In Vlaanderen staan automobilisten tientallen miljoenen uren in de file en worden telkens records gebroken. Misschien is het wel daarom dat de fiets aan populariteit wint. 

Files kosten onze economie enorme bedragen aan productiviteit, extra brandstof en extra onderhoud. Toch verplaatsen we ons nog meestal met de auto: 43 procent als bestuurder en 14 procent als passagier. Slechts 4 procent van onze verplaatsingen gebeurt met een lijnbus, tram, metro of trein. Daar is al langer een grote inhaalbeweging nodig, wat enkel kan mits een stevige upgrade op vlak van betrouwbaarheid, maar ook qua comfort, netheid, wifi, toegankelijkheid, frequentie en bereik. If you build it, they will come geldt immers niet alleen voor fietspaden maar ook voor alle vormen van openbaar vervoer en hun overstappunten.

Ten koste van voetpaden?

Overigens is ‘meer fietspaden’ niet altijd de beste oplossing. De aanleg van extra fietsinfrastructuur gebeurt meestal ten koste van natuur en voetpaden, in plaats van ten koste van een rijbaan of parkeerplaatsen. Fietsenstallingen, laadpalen en verkeersborden staan op het voetpad in plaats van op parkeerstroken, ten koste van voetgangers. De fiets is bovendien niet altijd een realistisch alternatief voor wie wil autominderen. Mensen uit de auto krijgen, kan enkel door stevige investeringen en incentives voor een beter openbaar vervoer. En dat kan! Onder druk van de burgerbewegingen en andere stakeholders wordt er in het kader van de Oosterweelverbinding een budget van 1,5 miljard voorzien voor nieuwe investeringen in extra tramstellen en -sporen, en het Ringspoor rond Antwerpen. Dat is een eerste stap, maar elke volgende regering zal sowieso extra moeten investeren in openbaar vervoer om er terug een succes van te maken in Vlaanderen.  

In 2022 bedroeg de totale overheidsuitgave voor transport 15,1 miljard (De Tijd, 12 februari 2024). Het leeuwendeel daarvan gaat naar autowegen. Bovendien kostte het fiscale gunstregime voor salariswagens de federale staat volgens de Nationale Bank van België (in 2021) zo’n 3,75 miljard euro. Ter vergelijking: dat is bijna evenveel als de toelagen van De Lijn en de NMBS samen. Ook de klimaatkosten zijn helder: onze 700.000 salariswagens veroorzaken ongeveer 12 procent van de CO2 uitstoot door autoverkeer in ons land (24 miljoen ton).

Budgettaire shift

Iedereen beseft dat een modal shift niet alleen een significante mobiliteitswinst oplevert, maar ook aanzienlijke economische, sociale, gezondheids- en milieuwinsten door prioriteit te geven aan investeringen in openbaar vervoer. Het eerder belasten van autogebruik in plaats van autobezit speelt daarbij een sturende rol, blijkt uit buitenlandse voorbeelden. Dat bij ons zowel de transportsector als de werknemers en werkgevers daartoe vragende partij zijn, maakt de weg naar rekeningrijden en congestietaks vrij. De modal shift naar meer openbaar vervoer vertaalt zich ook in meer publieke ruimte, ontharding en groen in de stadskernen en meer natuur daarbuiten. Op vlak van gezondheid garandeert de modal shift niet alleen een daling van het risico op ongevallen, maar ook meer gezonde beweging – zeker als fietsen ook mee mogen op het openbaar vervoer – en een betere lucht- en geluidskwaliteit, met grote impact op longaandoeningen, stress en hart- en vaatziekten.

Investeren in de modal shift is een maatschappelijke keuze die alle burgers aanbelangt. Dit alles vergt een nieuwe visie: verplaatsingen moeten een rationele, helder leesbare, betrouwbare, eigentijdse, niet-fossiele en betaalbare aaneenschakeling van diensten worden. En voor alle duidelijkheid: dat is geen budgettaire kwestie. Het geld dat nu naar salariswagens of extra rijvakken gaat, kan beter besteed worden aan een extra inhaalbeweging voor het openbaar vervoer. Daarom pleiten wij er bij de nieuwe Vlaamse en federale regering voor om prioriteit te geven aan een duurzaam mobiliteitsbeleid. Een modal shift kan enkel mits een fundamentele budgettaire shift richting duurzame mobiliteit.

Ondertekenaars Modal Shift Coalitie: 

Bart Vanderspiegel, Voetgangersbeweging, 

Klaas Decorte, Bond Beter Leefmilieu, 

Matthias Vermael, Netwerk Duurzame Mobiliteit, 

Anne Baudouin, stRaten-generaal, 

Peter Vermeulen, Ringland, 

Eric Yperman, Borgerhoudt van mensen, 

Frans Teuchies, Schijnverbond,

Arnold Vanhove, Grootouders voor het Klimaat, 

Werner Geboes, 

Verkeersplatform Rupelstreek, 

Frank van Houtte, Denktank Rupelstreek, 

Christine Huyge, Comité Bump, 

Gilbert Cant, Het Groene Waasland, 

Pieter Lievens, Zevenhuizen vzw,

Dirk Smet, Verenigde Supporters Openbaar Vervoer, 

Veerle De Wandeler, Avansa regio Antwerpen, 

Dirk De Weerdt, Fietsersbond,

Dirk Avonts, Ademloos, 

Sim Coddé, Recht op Lucht, 

Ivo Janssen, Lenora, 

Paul Lermytte, GruunRant, 

Koen Van Keer, Natuurpunt, 

Luk Vanmaele, KaaiLink, 

Luc De Smedt, Reizigersbond, 

Tom Seerden, Peperfabriek, 

Pierre Van Eeckhout, Tolbo, 

Bavo Wouters, Mobiel Kiel,

 Jan Vos, Zorro, 

Bea Mertens, Merksem Leefbaar, 

Peter Meukens, TreinTramBus.

Modal Shift Coalitie regio Antwerpen