Auto’s niet zo zuinig als wordt beweerd

Uit een Nederlandse studie die VRT woensdag in het nieuws bracht, blijkt dat de een klassieke wagen in werkelijkheid 15 tot 20 procent  meer verbruikt dan de Europese standaarden laten uitschijnen. Voor de categorie van zuinige wagens, de hybride en kleine modellen, loopt dat verschil op tot 40 procent. In absolute getallen blijft het verbruik van deze laatste categorie wel het laagst.

Het verschil tussen het opgegeven verbruik en het reële verbruik  valt volgens de studie onder andere te verklaren door het gebruik van verouderde testcycli waarop de Europese normering gebaseerd is. De huidige testcyclus -  ontworpen in 1958 - houdt te weinig rekening met rijden op autosnelwegen en schenkt te veel aandacht aan rijden in stadsverkeer. Naar aanleiding van de studie zei Jos Delbeke, directeur-generaal klimaat bij de Europese Commissie, gisteren dat de uitstootcijfers met 20 procent  zullen worden bijgesteld. Ook de testcyclus zal worden herzien.

De kloof  tussen de reële uitstoot van onze personenwagens en de normen die Europa op dit moment voorschrijft voor zuinige wagens is veel groter dan tot nu toe aangenomen. De inspanningen zullen dus navenant moeten zijn,  wil de transportsector de vooropgestelde reducties in broeikasgassen realiseren. Het beleid rekent voor deze reducties immers vooral op de zuinigste auto’s.

De vraag is of de overheid bereid is om de consument correct in te lichten over het werkelijk verbruik van zijn  (toekomstige) wagen. De federale Belgische regering moet zich bovendien de vraag stellen of ze de budgetten voorzien voor de ecopremies voor zuinige wagens niet op een meer kosteneffectieve manier kan inzetten. Geen enkele wagen op de Belgische markt haalt immers de voorziene uitstootnorm, die recht geeft op premies.

In Nederland overweegt de overheid om haar beleid aan te passen aan de nieuwe inzichten. In ons land lijkt de overheid vooral de belangen van de autolobby te dienen.