Allemaal buiten! (met een boek)

In mei maaien we niet. Wat te doen met die bevrijde tijd? Vorig jaar schreven we het al: “Ga buiten!”. We verpakten het in een tekst over twee boeken, waarvan ééntje voor kinderen, ‘Lekker buiten’. Zelf verkozen we de wijngaarden, die liggen immers ook buiten.

Dit jaar trekken we opnieuw met vier boeken naar buiten. We gaan naar een park, naar de échte natuur en naar de tuin en gaan buiten logeren.

Rivierenhof: Parkgeheimen

Stella Van Hofstraeten - Luster

Naar buiten trekkende stedelingen willen steevast de verharde grond ruilen voor een verleidelijke groene grasmat, bij voorkeur in de nabijheid van enkele riante bomen en idyllische waterpartijen. Een park dus. 100 jaar geleden, op 7 mei 1923, werd het Rivierenhof een ‘echt’ park. Inmiddels is het gekend tot ver voorbij de Antwerpenaren. De dagelijkse file laat vele E313- autobestuurders meer naar het park kijken dan ze wensen, de parkgebruikers storen zich aan het continue geraas. Elk park heeft een ontstaansgeschiedenis. Het boek ‘Rivierenhof’ vertelt het verhaal over dit park, het uitzicht, de gebouwen, de waterpartijen, het gebruik,… Je vindt er tal van historische foto’s, prenten, affiches en kaarten, aangevuld met recenter materiaal. De vele kleine stukjes over kastelen, hoeves, het Groot Schijn, de Herentals vaart, doen de geschiedenis uit de doeken. Ook de mens achter het park krijgt aandacht doorheen verhalen en anekdotes. Uiteraard lees je over de parkwachters en de arbeiders, je leest ook over het weigeren van de toegang aan mensen zonder hoge hoed bij de opening van het park, de belevenissen van de WC-dame (die de stiel via haar moeder ‘erfde’, een gebruik dat we makkelijker associëren met de politiek en het notariaat) of de ravage na het omvallen van een stevige boom en de ijsberen.

Natuurbeheer, praktijk en wetenschap hand in hand 

Jan Van Uytvanck, Martin Hermy, Geert De Blust, Maurice Hoffmann - Sterck & De Vreese

Een erudiet professor natuurbehoud legde een student als mondelinge examenvraag voor: “Wat doe je om een eeuwenoud park om te zetten in een natuurgebied?”. “Niets”, antwoordde de student, waarop de (uiteraard) alerte prof repliceerde: “En waarom?”. Dit boek bevat het antwoord. Natuurbeheer is noodzakelijk voor het behoud en het versterken van natuur. Bij dat proces is kennis onontbeerlijk, net als langetermijnplanning. Het boek bouwt verder op een vorige uitgave (ruim dertig jaar geleden) en werd geschreven en gecoördineerd door de fine fleur van de wetenschappelijke natuurbehoudswereld. De inhoud is ‘technisch-wetenschappelijk’, opgedeeld in een strakke structuur, en dus ook makkelijk raadpleegbaar. Je vindt tientallen tabellen, overzichten, schetsen en illustratieve foto’s, informatie over doelstellingen en streefbeelden maar ook uitgebreide teksten over moerassen en graslandbeheer, net als het beheer met grazers. Een erg volledig naslagwerk.

De wilde tuin

Johan G. Wullaert, fotografie Marc Slootmaekers - Borgerhoff & Lamberigts

Net als het boek ‘natuurbeheer’ is dit een remake en actualisatie van een boek van een dertigtal jaar geleden. Inzicht en kennis combineren met planning, creativiteit en arbeid in je tuin leidt tot schoonheid. Het boek is dan ook een fotoboek met een verhaal. De foto’s leiden steeds tot hetzelfde gevoel: ‘O, zo’n mooie tuin, daar wil ik graag in toeven. Kan dit thuis ook?’ Het antwoord is eenvoudig: ‘Ja’. Althans als je plaats hebt en je de eventuele negatieve omgevingsinvloeden kan beperken. Het boek belicht acht verschillende onderwerpen die deel kunnen uitmaken van een wilde tuin, te beginnen bij de obligate moes- en kruidtuin, de klim- en leistruiken, de boomgaard, de wilde border, de haag en water in de tuin. Voor de iets grotere tuin komt ook nog de boshoek en het romantische hooiland in beeld, liefst met een weelde aan kleuren, ad random of in groep, gaande van wit over geel naar roze, rood, paars en blauw. Verder leer je jezelf misleiden, maar bovenal word je voortdurend verleid door de idyllische foto’s. Waar je geen informatie over krijgt, is het geluidsniveau. Niet twijfelen: het zacht geklater van een watervalletje kan wonderen doen.

Ultiem Buitengeluk: Kamperen en logeren in de natuur

Marleen Brekelmans & Lotte Jongepier - Kosmos uitgevers

‘Gelukkig zijn’ staat bij velen bovenaan op het lijstje van te behalen doelen. Als er dan een boek verschijnt met als titel ‘Ultiem geluk’, staan we graag op de eerste rij om het te bekijken. Het is uiterst eenvoudig om het ultieme buitengeluk te bereiken: zorg dat je buiten bent. Overal lezen we het: verbinden met de natuur, gezondheid, wandelen, bosbaden, natuur als geneesmiddel,... Of je nu zit, ligt, wandelt, fietst, kijkt, luistert, ruikt, staat, eet drinkt of praat, allemaal minder belangrijk dan dat ene puntje, doe dat buiten. Het boek wil het verschil maken met een lijst van unieke plaatsen, 50 in totaal, gespreid over Nederland (41) en België (5). 5 met een voertuig, waarvan ééntje met een vlot. Je kan kamperen aan een meer, verblijven bij een boer of natuurkamperen. De ene kampeerplaats is wat groter dan de andere, de andere heeft meer originele verblijfplaatsen of een speciale inrichting, de ene biedt meer comfort, de andere heeft een aantrekkelijk kampvuur, en ga zo maar door. Tussendoor zie je foto’s van spelende kinderen, aanlokkelijke ontbijten, fleurig gedekte tafels en lachende mensen.

Ons gratis advies voor het enige échte buitengeluk? Lees buiten een boek, liefst met zicht op een wijngaard.

Johan Van den Broek verliest zich graag in boeken, en stapelt die liefst zo hoog mogelijk. Hij houdt van de natuur en is, zoals elk weldenkend mens, bezorgd om zijn omgeving. Hij is wetenschapper (bioloog), milieukundige en ruimtelijk planner. Hij werkt ruim 35 jaar in de Vlaamse natuur- en milieuwereld. Daarnaast werkte hij ook als freelance auteur voor diverse uitgeverijen en voor Argus (voorheen Stichting Leefmilieu). Regelmatig bespreekt hij een boek voor Bond Beter Leefmilieu.

BBL's boekentips