Vlaanderen telt 160.000 sociale woningen. Slechts 12% daarvan beschikt over een zuinig A-label. Er is een stevige inhaalbeweging nodig. - © Dan Gold

Wel extra budget, maar geen plan van aanpak voor renovatiegolf sociale woningen

Vlaanderen telt 160.000 sociale woningen. Slechts 12% daarvan beschikt over een zuinig A-label. Er is een stevige inhaalbeweging nodig. - © Dan Gold

De Vlaamse overheid maakt -bovenop het bestaande budget van 833 miljoen euro - een extra budget van 30 miljoen euro vrij voor de energierenovatie van sociale huurwoningen. Maar zonder plan van aanpak raakt dat geld niet besteed om de enorme noden te lenigen. 

Vlaanderen telt 160.000 sociale woningen. Slechts 12% daarvan beschikt over een zuinig A-label. 21% heeft een label F of zelfs helemaal geen EPC-label. Resultaat: torenhoge energiefacturen voor huishoudens die het al lastig hebben. In België kampt liefst 41% van de huurders van dergelijke woningen met energiearmoede (zo blijkt uit een studie door de Koning Boudewijnstichting). Daarnaast staan er ook nog 169.000 kandidaten op de wachtlijst voor een sociale woning in Vlaanderen. 

Veel werk aan de winkel

In het kader van het relanceplan “ Vlaamse veerkracht” keurde de Vlaamse regering het project “Renovaties sociale woningen versnellen” goed. Vlaanderen voorziet klimaatfondspremies ter waarde van 30 miljoen euro. Doel: de energetische renovaties van sociale huurwoningen versnellen, en in lijn brengen met de Vlaamse klimaat- en energiedoelstellingen. Parallel zal ook door het Vlaamse relanceplan eenmalig 250 miljoen euro worden vrijgemaakt om de -1%-leningen (FS3 leningen) voor de nieuwbouw en renovatie van sociale huurwoningen uit te breiden. Met deze leningen kunnen sociale huisvestingsmaatschappijen goedkope leningen aangaan om hun bouw- en renovatieprojecten te financieren. 

Tegen 2050 moet élke sociale woning over een EPC-label A beschikken, daar zijn we nog lang niet. De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) engageerde zich ook -als tussentijds doel- om alle sociale woningen met een EPC-label F uit te faseren tegen 2030.

Investeringen die zichzelf terugverdienen

In de Beleidsnota Wonen 2019-2024 wordt er voor de de bouw en renovatie van sociale woningen minstens 833 miljoen euro per jaar ter beschikking gesteld, terwijl ruwe inschattingen door SERV aangeven dat er tussen 1,3 en 2,4 miljard euro per jaar nodig zou zijn om de wachtlijsten weg te werken en de energieprestaties te verbeteren. Daarvan zou tussen de 0,1 en 0,5 miljard euro uit de Vlaamse begroting moeten komen. 

De investeringen in de renovatie en bouw van sociale woningen kunnen ook winst opleveren voor Vlaanderen. Zowel op economisch vlak (jobcreatie, btw-inkomsten), sociaal vlak (onder andere minder gezondheidsproblemen bij bewoners) en voor het klimaat (minder uitstoot door gereduceerde energievraag).

Als we iedereen die het nodig heeft een kwaliteitsvolle, energiezuinige sociale woning willen kunnen aanbieden, dan moet Vlaanderen over de brug komen met een globaal plan van aanpak.

Onbenut budget

Hoewel élke euro momenteel welkom is om de inhaalbeweging voor sociale woningen te ondersteunen, wordt maar een deel van het jaarlijks beschikbare budget effectief geïnvesteerd. Op dit moment is er zelfs 600 miljoen euro uit vorige jaren die niet besteed raakt. Een uiterst problematische kwestie: ongeveer 3000 sociale woningen zullen pas later gerealiseerd worden, en bovendien vervallen de budgetten twee jaar na de toekenning. 

Hoe het komt dat die budgetten niet geïnvesteerd geraken? Het ontbreekt de Vlaamse overheid aan een duidelijk plan. De Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen (VVH) zegt dat de lat voor het bindend sociaal objectief (BSO), die het minimum aandeel aan sociale huurwoningen per gemeenten tegen eind 2025 bepaalt, te laag ligt. Hierdoor zouden gemeenten projecten blokkeren omdat ze van mening zijn dat hun werk al klaar is. Ook vormt het sinds 2017 ingevoerde akkoord van het lokale woonoverleg een rem op de projectontwikkeling volgens VVH. Overigens is de visie op sociaal wonen veranderd, waardoor projecten nu veelal kleinschaliger en daardoor complexer zijn.

Eerst een goed plan

Als we iedereen die het nodig heeft een kwaliteitsvolle, energiezuinige sociale woning willen kunnen aanbieden, dan moet Vlaanderen over de brug komen met een globaal plan van aanpak.

Eerst moeten de bottlenecks voor investeringen weggewerkt worden, bijvoorbeeld door de sociale huisvestingsmaatschappijen te ondersteunen, de lat van het BSO hoger te leggen en het lokale woonoverleg in de tijd te beperken tot 3 maanden. Verder moet de budgettering worden aangepast, zodat er geen budgetten verloren kunnen gaan, aangezien een periode van twee jaar niet overeenstemt met de gemiddelde ontwikkelingstijd voor woonprojecten. Vervolgens zal er ook meer financiering nodig zijn, zoals de SERV aangeeft. 

Een doordacht plan bevat ook een sociaal luik. Inzetten op participatieve renovatie is daarbij een must. Huurders worden dan betrokken voor, tijdens en na de renovatie en ze worden ook begeleid in het gebruik van hun nieuwe gerenoveerde woning. Doel: de woningen meer op maat krijgen van de behoeften van de bewoners, en zorgen voor een dalend energieverbruik door het correct gebruik van een energiezuinige woning.

Collectieve renovaties

Meer over Collectieve renovaties