Uitstoot reduceren in de industrie: een eitje!

In de industrie is veel warmte nodig om processen op gang te trekken. De potentiële winst -door die warmte te vergroenen-  is navenant. - © Viktor Talashuk

Uitstoot reduceren in de industrie: een eitje!

In de industrie is veel warmte nodig om processen op gang te trekken. De potentiële winst -door die warmte te vergroenen-  is navenant. - © Viktor Talashuk

Eind 2021 lanceerde de Vlaamse regering een extra pakket maatregelen in het kader van de aanscherping van het Vlaamse Energie-en Klimaatplan (VEKP). Vlaanderen mikt slechts op een ambitieverhoging tot 40%, terwijl de Europese Commissie voor België als geheel 47% naar voor schoof. Voor de industrie, en vooral voor de industrie die buiten het ETS-systeem valt, wil Vlaanderen 10% extra CO2 besparen tegen 2030 tov 2005. Uit een studie van VLAIO blijkt nu dat de industrie deze doelstelling makkelijk kan halen door in te zetten op het vergroenen van warmte. Aan de slag, dus!

Elektrische boilers, warmtepompen, restwarmte, geothermie kunnen de afhankelijkheid van fossiele bronnen zoals aardgas verminderen. In de industrie is veel warmte nodig om processen op gang te trekken. De potentiële winst -door die warmte te vergroenen-  is navenant.

Technopolis Group onderzocht in samenwerking met VITO het industrielandschap van Vlaanderen, en berekende enkele businesscases voor VLAIO. Ze gebruikten een aantal bestaande cases van bedrijven die één van bovenstaande technologieën hadden geïmplementeerd, maar ook een aantal fictieve bedrijven. En wat blijkt? Veel maatregelen hebben een korte terugverdientijd, voldoende hoge “interne opbrengstvoet” (het effectief rendement) en een hoge “return on investment.”

Haalbare kaart

Wat leren we uit de studie? Dat de doelstelling van de Vlaamse regering om 10% extra CO2 te besparen, erg gemakkelijk gehaald kan worden. De niet-ETS industrie stootte in 2020 ongeveer 6 miljoen ton CO2 uit. 1,1 miljoen ton CO2 kan uitgespaard worden door de vergroening van warmtevraag (dat is 47% van de warmtevraag van de niet-ETS industrie, oftewel 5 TWh). Met de crisis rond prijzen, lijkt de aandacht voor de vergroening van energie alvast te vergroten. 

Voor hele hoge temperaturen (hier rekent de studie vanaf 150°C) zitten we nog niet aan de grote technologische doorbraak. Elektrificatie lijkt een logische stap, maar dan hebben de bedrijven een hogere aansluiting nodig voor het elektriciteitsnet. De bedrijven moeten daarvoor in gesprek gaan met Elia, en staan voor een lang vergunningstraject. Helaas.

Dat heel wat duurzame technologieën toch duurder uitvallen dan hun fossiele evenknieën, is te wijten aan een manklopend energiebeleid voor bedrijven: hoe meer energie ze verbruiken, hoe minder ze betalen.

De grootste drempel: financieel

Tot nu werd door bedrijven geregeld de financiële drempel bovengehaald als argument om niét te investeren in duurzamere technologieën. De vraag is: klopt dat nog, nu gasprijzen exuberant hoog zijn? In de VLAIO-studie werd nog gerekend met energieprijzen van vóór de Oekraïne-oorlog. 

Dat heel wat duurzame technologieën toch duurder uitvallen dan hun fossiele evenknieën, is ook te wijten aan een manklopend energiebeleid voor bedrijven. Vandaag krijgen ondernemingen degressieve kortingen op elektriciteit en gas (hoe meer ze verbruiken, hoe minder ze per eenheid hoeven te betalen), bovendien zijn er allerlei subsidies voor gebruik van fossiele brandstoffen en krijgen ze via de vrijwillige energiebeleidsovereenkomsten (EBO's) nog wat accijnsverlagingen op de gasfactuur. Als we deze middelen eens zouden gebruiken om investeringen aan te zwengelen en warmtepompen en elektrische boilers versneld te implementeren? 

De studie geeft ook aan dat de overheid duidelijker moet zijn in haar keuzes. Twintig jaar geleden werd de industrie nog verleid met gasketels, vandaag moeten we er vanaf. Er bestaan vandaag kortingen op biomassa, maar hoelang gaan we daar nog mee door? De Vlaamse klimaatsprong, die het industriebeleid moet verzamelen, gaat op deze transitievraagstukken een duidelijk antwoord moeten formuleren. 

Oproep groene warmte is het beginpunt

De studie maakt duidelijk dat het mogelijk is om de bestaande fossiele technologieën te vergroenen. Nu komt het erop aan om de laatste hindernissen weg te werken en de glastuinbouw, de non-ferro, niet-ETS chemie, textielsector enz. te ondersteunen om die stap te zetten.

VLAIO gaat dit uitrollen aan de hand van een ‘oproep groene warmte’. Maar daarna moet men aan de slag over de hele breedte van het energiebeleid: de energiebeleidsovereenkomsten moeten kijken naar de klimaatcomponent, maar ook naar het gebruik van restwarmte bijvoorbeeld.  De regering moet een technologiepush realiseren door dwingende afspraken te maken met de verschillende sectoren. Groene warmte moet een strategische keuze worden in het beleid. 

En tot slot: de overheid moet de regie in handen nemen om duurzame elektriciteit op te wekken en om de prioriteiten te bepalen: waar zetten we welke energie goed in? Aan de slag!

Zware industrie Energiebesparing

Meer over Zware industrie, Energiebesparing