Veel beleidsinitiatieven blijven voorlopig steken bij ‘aankondigingen’ of tentatieve stappen.

Het tussentijdse klimaatrapport van de Vlaamse Regering

Veel beleidsinitiatieven blijven voorlopig steken bij ‘aankondigingen’ of tentatieve stappen.

Over anderhalf jaar trekken we naar de stembus. Welk tussentijds bilan kunnen we opmaken van het Vlaamse klimaatbeleid? Spoiler alert: zonder bijkomende actie dreigt opnieuw een legislatuur zonder echte trendbreuk, terwijl de kosten voor natuur, burger en overheid oplopen binnen steeds slinkende bewegingsruimte. 

De huidige Vlaamse regering stond niet stil, maar weigerde wél consequent om de lat hoog genoeg te leggen. Veel beleidsinitiatieven blijven voorlopig steken bij ‘aankondigingen’ of tentatieve stappen. Ondertussen voerde de coalitie een permanente loopgravenoorlog uit met zowel het internationale, Europese als federale beleid, én regelmatig ook met de eigen beslissingen.

Aan wake-up calls was er deze legislatuur nochtans geen gebrek: van hitterecords en de desastreuze overstromingen in Wallonië, tot een fossiele energiecrisis die de economische en sociale noodzaak van de energietransitie meer dan ooit onderstreept.

Nog voor de regeringswissel moet Vlaanderen haar bijdrage indienen aan het nieuwe Nationaal Energie- en Klimaatplan. Deze zomer verwachten we een eerste versie. De komende maanden zijn dus cruciaal.

De resultaten

Wat vertellen de cijfers?

De Vlaamse uitstoot zakt, maar veel te traag: sinds 2005 met amper 10%. Vergelijken we met het laatste ‘pre-corona’ jaar, 2019, dan bespaarden we slechts 6%. De uitstoot van de transportsector en de non-ETS industrie bleef nagenoeg stabiel, in de landbouwsector was er zelfs een stijging. Het tempo in de gebouwen lag eerst hoger, maar stagneerde dan. Vlaanderen loopt dan ook al jaren achter op haar Europese doelstellingen, die we voor 2020 alleen haalden ‘dankzij’ corona.

Er rest onze regio nog maar zeven jaar om een enorme daling te realiseren. De recentste cijfers (2021) tonen dat deze trendbreuk niét is ingezet

Minister Demir, verantwoordelijk als ‘coördinerend’ minister, wijt deze slechte cijfers graag aan het beleid van haar voorgangers, hoewel alle regeringspartijen behalve Open VLD al sinds 2004 mee aan tafel zitten. De huidige regering schiet evenzeer tekort op vlak van doelstellingen en beleid. 

De doelstellingen

Strijdvaardig was Vlaanderen in de eerste plaats als het ging om het verlagen van de lat. De regering begon haar traject met luidruchtig verzet tegen een verhoging van de Europese klimaatdoelstellingen (naar -55% in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050). Dat heette toen niet ‘haalbaar en betaalbaar’. Toen dat protest niets opleverde, richtte ze haar pijlen op de verhoogde doelstellingen voor België. Nu ook deze in Europese steen gebeiteld staan, verplaatst het strijdperk zich naar de intra-Belgische taakverdeling. Die worsteling vindt de komende maanden plaats.

In november 2021 nam Vlaanderen vervolgens de vlucht vooruit door zelf een te lage doelstelling van -40% tegen 2030 aan te nemen. Een bijdrage die lager ligt dan de reducties die we als land van Europa moeten realiseren (namelijk 47%). Sindsdien benadrukt minister Demir steevast dat hier geen marge op zit. Vlaanderen lijkt er van uit te gaan dat die kloof wel dichtgereden zal worden door de federale of andere gewestelijke overheden (die wél al hun targets verhoogden). 

De respons in onze buurlanden ging nochtans in de omgekeerde richting. De Duitse klimaatwet schrijft sinds 2021 een reductie voor van -65% tegen 2030, Nederland mikt sinds 2021 op -60%. 

Vlaanderen speelt bovendien niet alleen een rol binnen de eigen gewestgrenzen. Het palmares van de Vlaamse regering op vlak van Europees (en internationaal) klimaatbeleid was ronduit pover, met over het algemeen weinig flatterende posities over emissiehandel, het sociaal klimaatfonds, de nationale klimaatdoelstellingen, enzovoort. Vlaanderen zorgde deze week nog dat België zich als enige land, naast Bulgarije, moest onthouden bij hervorming van het Europese ETS.

Het beleid 

Een veelgehoorde repliek van deze regering is: geen doelstellingen, wel actie. Onze andere tussentijdse klimaatrapporten tonen helaas dat er een stevige kloof blijft tussen woord en daad.

Deze achterstand neemt stelselmatig toe. We kunnen in 2030 immers niet opeens in een vingerknip megatonnen emissies wegtoveren. De regering zadelt zowel haar opvolgers als burgers dan ook op met een aanzwellend klimaatdeficit.

Dat heeft een kostprijs, die zal opduiken wanneer we dure emissierechten (tot honderden miljoenen) moeten aankopen om onze gaten te vullen, maar vooral in de economische en gezondheidskosten van fileleed, een krakkemikkig woningbestand, de structureel gestegen factuur van fossiel verwarmen voor burgers en bedrijven, en gemiste kansen bij de uitbouw van nieuwe economische sectoren.

Vice versa: kansen te over. Er rest nog een dik jaar om deze nu al te grijpen.

Route 24 Klimaatbeleid

Meer over Route 24, Klimaatbeleid