De luchtkastelen van Gwendolyn Rutten

Op maandagavond 4 januari verdedigde Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten in Terzake het federale energiebeleid, en dan vooral de beslissing om de oudste kerncentrales open te houden. Ze beweerde dat ons land als een van de weinige in Europa erin slaagt tegelijk de kernuitstap te verwezenlijken en de klimaatdoelstellingen te halen. Wie de cijfers erbij neemt, ziet in een oogopslag dat Rutten met veel goesting luchtkastelen bouwt.

Het slechtste van twee werelden

In de ogen van Jan Modaal staat het Franse energiemodel voor kernenergie en lage elektriciteitsprijzen. Het Duitse model van de Energiewende daarentegen betekent kernuitstap en hogere prijzen. Die dienen om de investeringen in de snelle groei van hernieuwbare energie te ondersteunen. Ze blijken voor de Duitse economie positief uit te draaien. België combineert op onnavolgbare wijze de nadelen van beide modellen. Na Duitsland hebben we de hoogste elektriciteitsprijzen voor de gezinnen van alle buurlanden [zie p25], maar we bouwen het verouderde nucleaire park en bijhorend risico niet af. Nochtans moeten de kerncentrales ooit vervangen worden.

Volgens Rutten doen wij het echter beter dan de meeste Europese landen doordat we een (uitgestelde) kernuitstap combineren met het halen van klimaatdoelstellingen. De cijfers vertellen een ander verhaal. Tussen het basisjaar 1990 en 2014 daalden de broeikasgasemissies in Duitsland met 27%, in België met 21,5% en in Frankrijk met 17%. In die periode sloot Duitsland negen van zijn zeventien kerncentrales. De Belgische en Franse draaien (opnieuw) allemaal.

Duitsland wint dubbel

De meest recente prognoses van de broeikasgasemissies voor de komende twee decennia tonen dezelfde trend nog duidelijker. Met het huidige beleid voorziet België dat de broeikasgasemissies gaan stijgen, Frankrijk dat ze nauwelijks gaan dalen en Duitsland dat ze sterk naar beneden gaan.[zie p84] Zowel België als Frankrijk voorzien dat de uitstoot van de energieproductie de komende decennia stijgt, terwijl ze in Duitsland fors gaan dalen. Conclusie: het Duitse hernieuwbare model is superieur aan het Franse nucleaire model. Ruttens betoog in Terzake toont opvallende gelijkenissen met de mythes die het Nucleair Forum verspreidt over de Duitse Energiewende. Recent heeft BBL samen met andere milieuorganisaties die mythes één voor één ontkracht.

Kernenergie matcht niet met transitie

De beslissing om de oudste kerncentrales open te houden remt de overstap naar betaalbare hernieuwbare energie af.  Daarvoor zijn er een aantal redenen. Kerncentrales produceren dag en nacht stroom en zijn moeilijk te verzoenen met flexibele energievormen zoals wind en zon. Ze bemoeilijken de investeringen in en uitbouw van een decentraal energiesysteem met vraagsturing en opslag. Komt daar nog bij dat we Doel 1 en 2 niet nodig hebben om het licht te laten branden, integendeel. We zullen windturbines moeten stilleggen omdat er te veel (kern)energie is.

Electrabel zwaait de scepter

Bovendien kun je je afvragen wie hier eigenlijk het energiebeleid bepaalt. De dominantie van Electrabel en de grootverbruikers resulteert in een transitie die de lusten en lasten onevenwichtig verdeelt en de zuurstof wegneemt voor nieuwe, innovatieve energiebedrijven en diensten. Een treffend voorbeeld hiervan: minister Marghems meest recente voorstel om een steunmechanisme voor bestaande gascentrales in te voeren. De gascentrales zitten ingekneld tussen de groei van hernieuwbare energie en het teveel aan kerncentrales, waardoor ze het de laatste jaren steeds moeilijker hebben om het hoofd boven water te houden. Door de kerncentrales langer open te houden, geeft de minister de doodsteek aan de gascentrales. Ze zullen hierdoor in de toekomst nog minder kunnen draaien. Hoe wil Marghem dit oplossen? Door de gascentrales te subsidiëren om operationeel te blijven. Naar wie zal het geld hoogstwaarschijnlijk gaan? Naar gascentrales van Electrabel, EDF, BASF en Tessenderlo. Een tweede cadeau dus voor de nucleaire spelers en enkele grootverbruikers. En een tweede klap voor al de overigen, die het steunmechanisme moeten financieren.

De energietransitie zal de komende jaren moeten opboksen tegen de slechte marktomstandigheden die de federale regering creëerde door het langer openhouden van overbodige kerncentrales. Het is opmerkelijk dat liberale excellenties fier zijn op zo een transitie waarin elk vrij initiatief nauwelijks kans maakt zonder overheidssteun. In het beste geval krijgt de energietransitie de komende jaren nog enigszins vorm door creatief knip- en plakwerk vanuit de overheid, gefinancierd met allerhande steunmaatregelen die de lage prijzen op de groothandelsmarkt compenseren. In het slechtste geval leidt die afhankelijkheid van steunmaatregelen tot jarenlang gekibbel en juridische onzekerheid rond staatssteun, die het investeringsklimaat compleet ondermijnt.

Kernuitstap

Meer over Kernuitstap