De agro-industrie probeert alleen zichzelf te redden

De oorlog in ­Oekraïne leidt helemaal niet tot voedselschaarste, toch niet in ­Europa, zo schrijven Broederlijk Delen (Suzy Serneels), Coalitie tegen Honger, Voedsel Anders en Bond Beter Leefmilieu in De Standaard (24/3/2022). - © Julian Hochgesang

De agro-industrie probeert alleen zichzelf te redden

De oorlog in ­Oekraïne leidt helemaal niet tot voedselschaarste, toch niet in ­Europa, zo schrijven Broederlijk Delen (Suzy Serneels), Coalitie tegen Honger, Voedsel Anders en Bond Beter Leefmilieu in De Standaard (24/3/2022). - © Julian Hochgesang

De Russische invasie in Oekraïne ­verwoest niet alleen levens, gemeenschappen en infrastructuur, maar vormt ook een serieuze bedreiging voor de mondiale voedselzekerheid. Rusland en Oekraïne zijn samen goed voor 30 procent van de wereldwijde ­export van tarwe. De pandemie en de toenemende energieprijzen leidden al tot een stijging van graan- en voedselprijzen, maar door de oorlog in ­Oekraïne schieten de graanprijzen door het dak. Nu al lijdt een op de tien mensen honger. In Oost-Afrika dreigt volgens Oxfam hongersnood voor 28 miljoen mensen als gevolg van aanhoudende droogte. De Verenigde ­Naties waarschuwden vorige week voor een ‘orkaan van honger’. Om een idee te geven: de tarweprijzen staan nu hoger dan tijdens de voedselcrisis van 2008. Toen braken in heel wat ­landen voedselrellen uit en lagen ­hoge broodprijzen aan de basis van de Arabische Lente.

In kwetsbare landen in Afrika, het Midden-Oosten en Azië, die meer dan de helft van hun tarwe importeren uit Rusland en Oekraïne, laten de hoge internationale prijzen zich nu al ­voelen op de lokale markten. Voor ­bevolkingsgroepen die tot 80 procent van hun inkomen besteden aan voedsel, is er geen manoeuvreerruimte om zich aan stijgende prijzen aan te passen. Overheden in die landen missen de middelen om de koopkracht van gezinnen in armoede te beschermen.

Het is schandalig hoe de lobby van de agro-industrie een schrikbeeld van schaarste oproept

 

Op korte termijn moet Europa de meest kwetsbare landen helpen om de gevolgen van de stijgende graanprijzen te milderen. Dat kan door ­extra middelen vrij te maken om ­getroffen landen financieel te steunen en door het Wereldvoedsel­programma van de VN te versterken, waarvan de operationele kosten ­momenteel de pan uit rijzen door de hoge voedselprijzen. Deze korte­termijnfocus op voedselzekerheid mag ons evenwel niet afleiden van de transitie die op de middellange termijn nodig is: onze voedselsystemen moeten duurzamer worden. De Europese Green Deal en de farm-to-fork- en biodiversiteitsstrategie bieden een blauwdruk om ons voedselsysteem te transformeren.

Rad voor ogen

Het is schandalig hoe de lobby van de agro-industrie, met de steun van sommige politici, de oorlog in Oekraïne aangrijpt om de farm-to-fork-strategie te ondermijnen door het ongefundeerde schrikbeeld van schaarste op te roepen (DS 23 maart). We mogen ons vooral geen rad voor ogen laten draaien. Niet het vermogen van Europa om zijn bevolking te voeden staat op het spel, maar om een intensieve vee-industrie in stand te houden. Die industrie, kunstmatig in leven gehouden door subsidies, overleeft op de wereldmarkt en wil koste wat het kost consumenten voorzien van goedkope dierlijke ­producten. De voorstanders van biobrandstoffen willen dan weer munt slaan uit de energiecrisis om meer brandstoffen op basis van voedsel­gewassen te produceren, ten koste van voedselzekerheid. We verspillen nu al ongeveer 7 procent van de Europese graanproductie aan de productie van bio-ethanol en houden zo onze verslaving aan fossiele energie in stand.

De productiviteit opdrijven om de agro-industrie te redden, zonder stil te staan bij de milieukosten of vragen te stellen over het doel ervan – méér veevoeder en biobrandstoffen ­kweken – maakt de problemen ­alleen maar groter.

Met duurzame, grondgebonden landbouw kunnen we de wereldbevolking voeden. Die zal bovendien ook toekomstige generaties de mogelijkheid bieden zich te voeden, in tegenstelling tot het door de agro-industrie gepromote model, dat bodem, bio­diversiteit en klimaat aantast. Het is dan ook cruciaal dat Europa volop de agro-ecologische transitie ondersteunt en de farm-to-fork-strategie versneld doorvoert, met inbegrip van een shift naar meer plantaardige voeding in Europa. Zo versterken we territoriale en gediversifieerde voedselsystemen die beter bestand zijn tegen klimatologische, geopolitieke, economische of pandemische schokken en die minder afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, kunstmest en pesti­ciden. Als we boeren een eerlijke prijs betalen voor hun met zorg voor de ­natuur gekweekte producten, dan krijgen we allemaal – en overal– toegang tot gezond, gediversifieerd en kwaliteitsvol voedsel.

Net zoals de huidige energiecrisis ons wijst op onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, moet de nakende voedselcrisis ons eraan herinneren dat een grondige transformatie van onze voedselsystemen nodig is. Nu onze ambities afzwakken, betekent dat we niet voorbereid zullen zijn op een volgende crisis – erger nog, ­eraan zullen bijdragen. Gelukkig is er een ­alternatief. Aan Europa om er werk van te maken.

Getekend: Broederlijk Delen (Suzy Serneels), Coalitie tegen Honger, Voedsel Anders en Bond Beter Leefmilieu

Plantaardige voeding Landbouw Oekraïnecrisis Voedsel Anders

Meer over Plantaardige voeding, Landbouw, Oekraïnecrisis